Anne Martens
Anne begon haar studie Bio-medische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Al snel werd haar interesse voor het afweersysteem gewekt, met name in de context van kanker. Dit resulteerde uiteindelijk in een stage bij het Laboratorium Experimentele Dermatologie op het AMC waarbij Anne keek naar aanwezigheid van immuunsuppressieve cellen in patiënten met melanoom.
Het was dan ook geen verrassing dat Anne koos voor de tweejarige master Infection & Immunity aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens deze master liep Anne onder andere stage in de groep van Diana Wouters waar zij keek naar auto-immuun hemolytische anemie. Verder vertrok zij voor 9 maanden naar Oxford om in de groep van Vincenzo Cerundolo onderzoek te doen naar het metabolisme van invariant NKT cells, een celpopulatie die belangrijk lijkt te zijn in het ontwikkelen van een goede anti-tumor response.
T-cellen in chronisch lymfatische leukemie
T-cellen zijn cruciaal in het immuunsysteem; ze herkennen cellen die geïnfecteerd zijn door een ziekteverwekker, en doden deze vervolgens. Ook kankercellen kunnen door de T-cel worden herkend en vernietigd. Dit heeft ertoe geleid dat T-cellen worden gebruikt voor immuuntherapie. Bij immuuntherapie wordt het immuunsysteem van de patiënt geactiveerd om kankercellen op te ruimen.
In de laatste jaren zijn verschillende T-cel gebaseerde immuuntherapieën ontwikkeld, zoals CAR T-cel therapie, checkpoint remmers en adoptieve T-cel transfusie. Helaas werken de T-cel gebaseerde therapieën nog niet zo goed in CLL, omdat de T-cellen in CLL patiënten verminderd functioneel lijken te zijn. In samenwerking met farmaceutisch bedrijf Janssen proberen we een nieuw middel: het bispecifieke antilichaam. Met dit bispecifieke antilichaam wordt de T-cel van de patiënt zeer dicht in de buurt van de CLL cel gebracht, waardoor de T-cel de CLL cel kan doden.
Ook zijn we geïnteresseerd in de invloed van CLL op de activatie van T-cellen. Het is aangetoond dat CLL cellen T-cel responsen kunnen remmen. Dit is echter nog niet eerder vastgesteld in een diermodel. Door CLL muizen te vergelijken met gezonde dieren, kunnen we heel specifiek kijken wat er gebeurt met de T-cellen als deze worden gestimuleerd door een virus. Hierdoor kunnen we vaststellen hoe CLL cellen T-cel responsen beïnvloeden in het muismodel en hopen we aanknopingspunten te vinden voor de oorzaak van de verminderde functionaliteit van T-cellen in CLL patiënten. Dit om de T-cel functie uiteindelijk te kunnen verbeteren.